De beste werknemers zijn het eerste weg

In tijden van dreigend (massa-)ontslag zijn de beste werknemers het eerste weg. Zij hebben voldoende contacten en zijn slim genoeg om het zinkende schip te verlaten, voordat ze gedwongen werkloos worden. Het is niet ongebruikelijk dat bedrijven na een forse inkrimping moeite hebben om weer op stoom te komen, juist omdat hun beste krachten zijn vertrokken.

Dat zeggen arbeidspsychologen Marc van Veldhoven van de Universiteit van Tilburg (UvT) en Hans de Witte van de Universiteit Leuven in België.

Volgens De Witte is baanonzekerheid net zo belastend als de werkloosheid zelf. Dreigend ontslag werkt namelijk negatief op het gevoel van welbevinden op het werk en het risico bestaat dat werknemers in een neerwaartse spiraal terechtkomen.

Werknemers die niet weten of ze hun baan kunnen behouden, voelen zich machteloos, stelt De Witte. Ze vrezen niet alleen werkloosheid, maar zijn ook bang dat hun werkgever ze zal dwingen voor een lager loon harder te gaan werken. Ook overplaatsing of zelfs een verhuizing leidt tot stress, volgens de Belgische hoogleraar.

Jobonzekerheid kan voor werkgevers positief uitpakken, zegt Van Veldhoven. 'Mensen zijn bang om op het lijstje van te schrappen arbeidskrachten terecht te komen en gaan daarom juist beter hun best doen. Ze werken harder en melden zich minder vaak ziek.'

Beide psychologen benadrukken dat werk juist in een tijd van economische recessie belangrijk is. 'Het zorgt voor inkomen, een sociaal netwerk en status. Dat fenomeen wordt sterker naarmate de arbeidsmarkt verslechtert. Alleen in sectoren waar nog sprake is van personeelsschaarste, zoals de zorg, gaan de werknemers niet harder lopen.'

Van Veldhoven voegt toe dat bedrijven die zich allang in zwaar weer bevinden, rekening moeten houden met het zogenoemde 'survivors syndrome', het gegeven dat arbeiders die een ontslaggolf overleven toch mentaal afhaken. 'Als mensen de ene na de andere reorganisatie meemaken, werken ze voortdurend met het zwaard van Damocles boven hun hoofd. Dat maakt hun baan steeds zwaarder. Zelfs de meest gemotiveerde werknemers knappen daardoor een keer af.'

Van Veldhoven en De Witte drukken werkgevers op het hart, dat ze duidelijk moeten zijn. 'Breng de boodschap snel, helder en duidelijk en verdoezel gedwongen ontslagen niet met een positieve insteek. Geef werknemers inspraak en zorg dat de procedure rechtvaardig en correct verloopt. En bedenk dat een negatieve boodschap die primair gericht is aan de aandeelhouders, het hardst aan komt bij de mensen die in het bedrijf werken.'

© ANP

Ins en outs premiekorting oudere werknemer

Oudere werknemers in dienst nemen of houden loont! Sinds 1 januari gelden er nieuwe regels die het aannemen van oudere werknemers stimuleren.

De premievrijstelling is vervangen door een premiekorting. De werking zetten we voor u uiteen.

Tot eind vorig jaar gold dat u recht had op vrijstelling van de basispremie WAO/WIA voor oudere werknemers die:
• 50 jaar of ouder zijn op het moment dat ze bij u in dienst treden;
• op 1 januari 2008 bij u in dienst zijn en 54½ jaar of ouder zijn.

Sinds begin van dit jaar is de premievrijstelling voor oudere werknemers vervangen door de premiekorting voor oudere werknemers. Onder de nieuwe regeling kunt u meer korting krijgen, maar de voorwaarden zijn aangescherpt. U heeft recht op premiekorting als u:
• een uitkeringsgerechtigde in dienst neemt die 50 jaar of ouder is;
• een werknemer van 62 jaar of ouder in dienst heeft.

Uitkeringsgerechtigde
U kunt gedurende drie jaar een premiekorting van € 6.500 per jaar toepassen als u een werknemer in dienst neemt die 50 jaar of ouder is en die direct vóór indiensttreding een uitkering kreeg. Hierbij maakt het niet uit hoelang de werknemer de uitkering heeft gehad. Wel is belangrijk dat het dienstverband ten minste 36 uur per week is. Als uw werknemer minder werkt, moet u de korting evenredig verlagen (zie hierna). U kunt de premiekorting van € 6.500 toepassen zolang de dienstbetrekking bestaat, maar maximaal drie jaar.

Uitkering

Wilt u deze premiekorting toepassen, dan moet u wel kunnen bewijzen dat de werknemer vóór indiensttreding een werkloosheidsuitkering (WW, wachtgeld), een arbeidsongeschiktheidsuitkering (WAO, WIA, Wajong, Waz, Wamil) of een bijstandsuitkering (WWB, WIK, IOAW, IOAZ) kreeg. Uw werknemer kan daarvoor een verklaring bij zijn uitkerende instantie (gemeente, UWV enzovoort) aanvragen. Bewaar de verklaring van de uitkeringsinstantie bij uw loonadministratie of bewaar een andere brief van deze instantie aan de werknemer bij uw loonadministratie.


62 jaar of ouder

Heeft u een werknemer in dienst die 62 jaar of ouder is, dan heeft u bij een dienstverband van ten minste 36 uur per week recht op een premiekorting van maximaal € 2.750 per jaar. U kunt deze korting toepassen zolang de dienstbetrekking bestaat, maar uiterlijk totdat de werknemer 65 jaar wordt. Heeft u voor een werknemer zowel recht op de premiekorting van maximaal € 6.500 per jaar als voor de premiekorting van maximaal € 2.750 per jaar, dan past u alleen de premiekorting toe van maximaal € 6.500 per jaar.

Let op!
Is de dienstbetrekking met de oudere werknemer voor wie u recht heeft op premiekorting tijdelijk onderbroken, dan kunt u de korting alleen toepassen als tussen twee dienstverbanden bij dezelfde werkgever ten minste drie jaar zitten.

Premiekorting berekenen
Als de werknemer minder dan 36 uur per week voor u werkt, moet u het bedrag van de premiekorting evenredig verlagen (stap 1). U doet dit door bij werknemers met een vast aantal overeengekomen uren de arbeidsduur te delen door 36. Bij werknemers zonder overeengekomen arbeidsduur gaat u uit van de uitbetaalde uren in het aangiftetijdvak gedeeld door de normuren per vier weken (144) of per maand (156).

U moet vervolgens de premiekorting toetsen aan de premie WW/Awf/Ufo en de premies WAO/WIA (stap 2). Dit betekent dat de helft van de premiekorting niet hoger mag zijn dan de premie die u voor de WW/Awf/Ufo betaalt. Ook mag de helft van de premiekorting niet hoger zijn dan de totale premies voor de WAO/WIA. Als u de premiekorting niet in één keer kunt verrekenen, mag u deze binnen het kalenderjaar met andere aangiftes verrekenen.

Voorbeeld
Een werkgever doet per maand aangifte. Hij neemt op 1 februari 2009 twee werknemers in dienst van 52 jaar die tot 1 februari 2009 een WW-uitkering kregen. De premiekorting per maand per werknemer is maximaal € 6.500/12 = € 541,67. De ene werknemer (A) heeft een contract voor 20 uur per week en de andere werknemer (B) heeft geen vast overeengekomen arbeidsduur, maar werkte in februari 120 uur.

Stap 1: evenredig herleiden.
Voor werknemer A deelt hij de overeengekomen uren door 36. De premiekorting over februari 2009 is dan 20/36 x € 541,67 = € 300,93. Voor werknemer B herleidt hij de premiekorting door de uitbetaalde uren te delen door 156. De premiekorting is dan 120/156 x € 541,67 = € 416,67. Voor de twee werknemers bedraagt de totale premiekorting € 718.

Stap 2: toetsen.
Het totaalbedrag van € 718 moet hij toetsen aan de premie WW/Awf/Ufo en de premies WAO/WIA. Stel dat de premie voor de WW/Awf/Ufo voor al zijn werknemers in februari 2009 € 300 bedraagt en de premies voor de WAO/WIA € 800. De helft van de premiekorting (€ 359) is hoger dan de premie WW/Awf/Ufo. Hij mag voor deze helft dan maximaal € 300 premiekorting toepassen. De andere helft van de premiekorting is lager dan de premies WAO/WIA. Deze helft mag hij dus helemaal toepassen. In de aangifte loonheffingen past hij dan € 300 + € 359 = € 659 aan premiekorting toe.

Codes premiekorting
Het bedrag van de premiekorting is in het collectieve deel van de loonaangifte opgenomen en in het nominatieve deel moet de code worden verantwoord. In de aangifte loonheffingen 2009 moet u aangeven welke premiekorting u toepast.

Hiervoor moet u de volgende codes invullen:
• 0: geen premiekorting;
• 5: werknemer met een arbeidshandicap;
• 6: werknemer van 50 jaar of ouder die vanuit een bepaalde uitkeringssituatie in dienst is getreden;
• 7: werknemer van 62, 63 of 64 jaar voor wie code 6 niet van toepassing is;
• 8: werknemer voor wie codes 5 en 6 beide van toepassing zijn;
• 9: werknemer voor wie codes 5 en 7 beide van toepassing zijn.

Advies
De mogelijkheden om premiekortingen van € 6.500 en € 2.750 toe te passen zijn aantrekkelijk. U mag deze premiekorting immers in mindering brengen op het totaal aan af te dragen werknemerspremies (met uitzondering van de premie voor sectorfondsen). Dit betekent dat het u aardig wat geld kan besparen om oudere werknemers in dienst te nemen en te houden. Ga goed na of u de nieuwe regeling kunt toepassen en of deze automatisch in uw salarissoftware is geïntegreerd.



Bron: De SalarisAdviseur

Bezorgdheid over te weinig arbo-afspraken op de werkvloer

Een meerderheid van de Tweede Kamer maakt zich zorgen over hoe weinig afspraken werkgevers met hun werknemers maken over veilig en gezond werken.

Vanaf 2010 moeten gedetailleerde regels over arbeidsomstandigheden in de Arbowet worden vervangen door onderlinge afspraken op de werkvloer in zogeheten arbocatalogi. Tot nu toe zijn nog maar 27 van de circa 250 arbocatalogi goedgekeurd door de Arbeidsinspectie.

Zowel regeringspartijen CDA en PvdA als oppositiepartij SP vroegen minister Piet Hein Donner (Sociale Zaken) donderdag of er niet te snel landelijke regels worden geschrapt en of het straks niet lastig controleren wordt voor de Arbeidsinspectie. Maar Donner zei juist de druk op de ketel te willen houden. Volgens hem krijgen werkgevers en sectoren die hun arbocatalogus niet op orde hebben, te maken met een strengere beoordeling van de Arbeidsinspectie.

SP-Kamerlid Paul Ulenbelt stelde dat de Arbeidsinspectie met lege handen staat als de gedetailleerde regels worden geschrapt. Maar Donner zei juist de druk op de ketel te willen houden. Volgens hem krijgen werkgevers en sectoren die hun arbocatalogus niet op orde hebben, straks te maken met een strengere beoordeling van de Arbeidsinspectie.

De minister verwacht dat eind dit jaar 70 tot 80 procent van de arbocatalogi tot stand zijn gekomen. Volgens hem is er nu in bepaalde sectoren, zoals de chemie, bijvoorbeeld nog een discussie over in hoeverre afspraken op brancheniveau moeten worden gemaakt met vakbonden of dat het op bedrijfsniveau moet gebeuren.

© ANP

Laat medewerkers lekker onbelast thuiswerken

Werknemers die thuis werken, zijn daar vaak productiever. Ze worden immers niet gestoord door lastige telefoontjes en kletsende collega's. Bovendien hoeven ze niet in de ochtendspits naar de zaak te rijden. Heeft u nog meer redenen nodig om uw werknemers aan te sporen, dan vindt u hier een overzicht van de onbelaste vergoedingen die rondom telewerken bestaan.

Als uw werknemers hun werk - geheel of gedeeltelijk - thuis doen, mag u hen voor de inrichting van hun thuiskantoor € 1.815 (inclusief btw) onbelast vergoeden of verstrekken. Een werknemer die maximaal 40% thuis werkt (bijvoorbeeld twee van de vijf werkdagen per week), mag u bovendien een reiskostenvergoeding geven voor al zijn werkdagen, dus ook de dagen dat hij thuis werkt. Ook is het niet ongebruikelijk dat u een computer of telefoon verstrekt. De vergoeding daarvan mag onder voorwaarden ook onbelast plaatsvinden. Om een telefoon, internetverbinding of smartphone onbelast te laten, moet de telewerker het apparaat minimaal voor 10% zakelijk gebruiken. Computers en daarbij behorende apparaten als printers en scanners mag u alleen belastingvrij vergoeden of verstrekken als de werknemer ze voor ten minste 90% voor zakelijke doeleinden aanwendt.

Verhuurd
In sommige gevallen mag u ook een onbelaste vergoeding geven voor de thuiswerkplek zelf. Het thuiskantoor moet dan wel een zelfstandig gedeelte van de woning zijn. Een graadmeter daarvoor is dat het kantoor in principe apart verhuurd kan worden. Daarnaast moet één van de twee volgende situaties aan de orde zijn:


Als de werknemer ook beschikt over een werkruimte elders, moet hij meer dan 70% van zijn inkomen ín de werkruimte verdienen.

Als de werknemer geen werkruimte elders heeft, moet hij meer dan 70% van zijn inkomen vanúít de werkruimte én tenminste 30% ín de werkruimte verdienen.

Als de werkruimte thuis aan alle fiscale eisen voldoet, mag u de werknemer maximaal 20% van zijn huur belastingvrij vergoeden. Bij een eigen woning is dat maximaal 20% van de huurwaarde van de woning. U berekent de economische huurwaarde door een bepaald percentage te nemen van de WOZ-waarde.

Telewerken steeds populairder

Telewerken steeds populairder

Het aantal telewerkers bij Nederlandse bedrijven is de afgelopen vier jaar verdubbeld. In 2003 had ongeveer een kwart van de bedrijven mensen in dienst die thuis werkten met behulp van ict. In 2007 werkten bij bijna de helft van de bedrijven telewerkers.
Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) woensdag. Het rond 1975
ontstane telewerken is vooral populair bij bedrijven met meer dan 250 medewerkers.

Bij negen van de tien grote bedrijven wordt met regelmaat vanuit huis gewerkt door personeelsleden. Bij kleinere bedrijven, met minder dan vijftig personen, is dit percentage 43 procent.

Dienstensector
Vooral bedrijven in de dienstensector lenen zich voor telewerken omdat fysieke aanwezigheid minder belangrijk is. Bij energie- en waterleidingbedrijven wordt volgens het CBS het meest 'getelewerkt': 89 procent.

Ook de zakelijke dienstverlening en financiële instellingen scoren relatief hoog. In horeca en bouw komt telewerken het minst voor, hoewel in zo'n achttien procent van de horecabedrijven en ruim dertig procent van de bouw wel degelijk op afstand wordt gewerkt.

© ANP/Novum

Belangrijkste maatregelen SZW in 2009

Zoveel mogelijk mensen (langer) aan het werk en daarnaast mensen die nu nog niet meedoen op de arbeidsmarkt stimuleren om aan de slag te gaan. Dit vormt de kern van de maatregelen die het kabinet in 2009 neemt. Zo wordt langer werken zowel voor werknemers als voor werkgevers financieel aantrekkelijker gemaakt. In de Wajong komt de nadruk te liggen op werk.


Arbeidsparticipatie algemeen
Rode draad voor het kabinet blijft het verhogen van de arbeidsparticipatie. Daarvoor neemt het kabinet in 2009 een aantal maatregelen.

De Centrale organisatie Werk en Inkomen (CWI) en het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) fuseren op 1 januari 2009. De gefuseerde organisatie gaat WERKbedrijf heten. De nieuwe organisatie gaat nauwer samenwerken met gemeenten en geïntegreerde dienstverlening aan al haar cliënten aanbieden.
In 2009 komen er in het land 97 locaties voor werk en inkomen (LWI’s). Het UWV en de gemeenten gaan daarin samen mensen aan de slag helpen. Werkgevers, werkzoekenden en uitkeringsgerechtigden hebben dan nog maar met één organisatie/aanspreekpunt te maken.
Om mensen aan het werk te helpen is regionale samenwerking en arbeidsmarktbeleid essentieel. Daarom wordt geïnvesteerd in de totstandkoming van regionale netwerken tussen de werkgevers(organisaties), onderwijsinstellingen en gemeenten en UWV.
Het kabinet zet in 2009 sterker in op ‘leven lang leren’. Belangrijke elementen zijn het erkennen van competenties via het Ervaringscertificaat (EVC), maatwerk in scholing, voorlichting aan werknemers en werkzoekenden; het aantal leerwerkloketten wordt in 2009 verhoogd van 16 naar zo’n 40 leerwerkloketten.
Gemeenten krijgen één bedrag om mensen te stimuleren deel te nemen aan inburgering, werk of scholing: het participatiebudget. Dit bundelt de drie bestaande budgetten voor re-integratie, inburgering en scholing. Het geld kan zo effectiever worden ingezet om mensen te helpen. Bij elkaar gaat het om ongeveer 2 miljard euro.
Gemeenten en UWV kunnen participatieplaatsen aanbieden aan bijstandsgerechtigden, mensen die minstens een jaar in de WW zitten en (gedeeltelijk) arbeidsongeschikten. Mensen doen zo twee jaar werkervaring op met behoud van uitkering. Ook krijgen ze scholing en een premie, zodat ze er ook financieel op vooruit gaan.
Het kabinet wil alleenstaande ouders met een uitkering in staat stellen zorg voor kinderen te combineren met scholing en hen tegelijkertijd stimuleren naar een zo goed mogelijke startpositie op de arbeidsmarkt. Alleenstaande ouders in de bijstand met kinderen jonger dan vijf jaar moeten straks scholing volgen of een stage om hun vaardigheden te onderhouden als ze vrijgesteld willen worden van de sollicitatieplicht.

Ouderen aan het werk
Ouderen kunnen en willen vaak werken, maar staan nog te veel langs de kant of stoppen eerder met werken. Het kabinet verwacht van werknemers dat ze investeren in hun inzetbaarheid, stimuleert hen langer door te werken en verwacht van werkgevers een mentaliteitsverandering ten opzichte van oudere werknemers. Het kabinet neemt verschillende maatregelen om de arbeidsparticipatie van ouderen te stimuleren.

Mensen die na hun 62ste blijven werken krijgen een belastingvoordeel, de zogenoemde doorwerkbonus. Die geldt ook als ze doorwerken na hun 65ste. Per gewerkt jaar krijgen betrokkenen een belastingvoordeel. De hoogte daarvan varieert met het inkomen en de leeftijd, en bedraagt maximaal 4591 euro.
Werknemers die na hun 65ste willen doorwerken, kunnen hun AOW (maximaal vijf jaar) later laten ingaan. Zij ontvangen dan een hogere AOW-uitkering. Mensen kunnen de AOW ook gedeeltelijk ontvangen.
Werkgevers die een 50-plusser met een uitkering aannemen, krijgen daarvoor drie jaar lang een korting van 6500 euro op de WW- en arbeidsongeschiktheidspremies.
Werkgevers die een werknemer van 62 of ouder in dienst houden, krijgen drie jaar lang 2750 euro premiekorting per jaar en vanaf 2013 6500 euro per jaar.
Het kabinet overweegt een tijdelijke ‘no risk polis’ in te voeren die werkgevers tegemoet komt in de kosten van loondoorbetaling bij ziekte wanneer zij WW’ers van 55 jaar en ouder in dienst nemen.

Mensen met een beperking aan het werk
Mensen met een beperking willen en kunnen vaak gewoon meedoen, ook werken. Toch staan velen nog onnodig langs de kant.

In de Wajong (jonggehandicapten) komt de nadruk te liggen op werk. Wie kan werken, krijgt hulp bij het vinden van een baan. Het kabinet trekt voor extra begeleiding en ondersteuning naar werk in 2009 45 miljoen euro extra uit.

Koopkracht
Het koopkrachtbeeld voor 2009 is over het algemeen positief. De lage inflatie in combinatie met een relatief hoge contractloonstijging (hoger dan in 2007) zorgt voor een gunstige koopkrachtontwikkeling. Naast de loonontwikkeling en de prijsontwikkeling wordt de koopkracht ook bepaald door maatregelen die het kabinet neemt. Het kabinet heeft besloten in 2009 een forse lastenverlichting te geven.

De koopkracht van werknemers en gezinnen met kinderen zal in het algemeen in 2009 stijgen. De financiële crisis zal dit positieve effect voor de meeste mensen versterken, doordat de inflatie waarschijnlijk lager is dan verwacht.

Loonstrookje
De positieve koopkrachtontwikkeling is ook zichtbaar op het loonstrookje door de verlaging van de WW-premie voor werknemers naar nul procent. Daarnaast zien de meeste werknemers hun cao-loon stijgen. De uitkeringen worden op 1 januari (en 1 juli) gekoppeld aan de gemiddelde contractloonstijging.

Specifieke koopkrachtmaatregelen voor 2009
WW-premie voor werknemers wordt met 3,5 procent verlaagd naar 0 procent.
Werknemers met een laag of middeninkomen krijgen maximaal € 24 per maand meer arbeidskorting dan hogere inkomens. Daarnaast wordt in 2009 de inkomensafhankelijke arbeidskorting met maximaal € 36 per maand verhoogd.
De inkomensafhankelijke combinatiekorting voor alleenstaande ouders en tweeverdieners met een kind onder de 12 jaar wordt verhoogd met € 1.006 en bedraagt maximaal € 1.765.
De koopkracht van huishoudens met meer dan 1 kind gaat erop vooruit door de vervanging van de kindertoeslag door het kindgebonden budget.
Ouderen met een AOW zonder aanvullend pensioen gaan er per saldo op vooruit door de verhoging van de ouderenkorting met € 166, de verhoging van de tegemoetkoming AOW met € 226 en de verlaging van de alleenstaande ouderenkorting met € 155. Wel verliezen ouderen het generieke ouderenforfait in de buitengewone uitgavenregeling.
Alleenstaanden met recht op zorgtoeslag gaan er volgend jaar in koopkracht op vooruit door de verhoging van de zorgtoeslag van alleenstaanden met maximaal € 124.
De algemene heffingskorting wordt verlaagd met € 67, de alleenstaande ouderkorting wordt verlaagd met € 557 en de combinatiekorting wordt afgeschaft.