In deze crisistijden kan het gebeuren dat er niet genoeg werk is om al uw werknemers bezig te houden. Voor werknemers die binnen tien jaar met pensioen gaan, bestaat er een speciale regeling waarbij u hen (tijdelijk) minder kunt laten werken maar zij niet volledig aan salaris hoeven in te leveren. Op die manier hoeft u hen niet te ontslaan en zijn beide partijen erbij gebaat.
Volgens de Uitvoeringsregeling Loonbelasting 2001 mag u de uren van werknemers die binnen tien jaar met pensioen gaan inperken zonder dat ze er financieel al te veel bij inschieten. U mag hen zelfs minder laten werken met behoud van hun volledige loon en pensioenopbouw. Dat betekent dat u hen niet hoeft te ontslaan om toch de inzeturen terug te kunnen dringen. U mag deze oudere werknemers voor maximaal de helft van hun werkuren vrijstellen van werk. U kunt daarbij naar eigen inzicht afspraken maken over de mate waarin u hun oude loon doorbetaalt, bijvoorbeeld dat de werknemer de helft minder gaat werken maar slechts een kwart minder salaris krijgt. Zo is de regeling interessant voor werkgever én werknemer. De wet verbiedt niet om de regeling tijdelijk toe te passen. U kunt dus afspreken dat een werknemer gedurende een bepaalde periode korter gaat werken en later - zodra het werk dat toelaat - weer opbouwt naar het oude niveau.
Vut-regeling
Let wel op dat de arbeidsduur van de werknemer ten opzichte van het vorige kalenderjaar niet met méér dan 50% mag afnemen. De oudere werknemer moet dus minstens de helft van zijn oude contracturen feitelijk blijven werken. Hij mag hier bijvoorbeeld geen levensloopverlof voor opnemen omdat hij dan immers niet daadwerkelijk werkt. Werkt de seniore werknemer toch minder dan de helft van zijn oude contracturen, dan is er sprake van een vut-regeling met alle fiscale gevolgen van dien!