Belofte maakt schuld. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid beloofde eind vorig jaar dat er - in het kader van de afspraken voor de bestrijding van de economische crisis - snel een landelijk netwerk van mobiliteitscentra zou komen. Onlangs is het 33e centrum geopend en is de landelijke dekking een feit. Maar wat heeft u er eigenlijk aan?
In mobiliteitscentra werken UWV, UWV WERKbedrijf, gemeenten, provincies, onderwijsinstellingen, loopbaancentra, re-integratiebedrijven, uitzendbureaus en werkgevers samen om werknemers die door de economische crisis met ontslag worden bedreigd zo snel mogelijk aan nieuw werk te helpen.
Inspannen
Mobiliteitscentra bieden begeleiding bij detachering in geval van tijdelijk overtollig personeel en helpen organisaties met het herplaatsen van werknemers als ze te maken hebben met gedwongen ontslagen. In het ideale geval gebeurt herplaatsing in de eigen sector, maar als daar echt geen vacatures meer zijn, is het ook mogelijk om in een andere branche aan de slag te gaan. Zo nodig gebeurt dat met behulp van omscholing. De mobiliteitscentra ondersteunen ook bedrijven die van de bijzondere regeling werktijdverkorting gebruikmaken. Zij zijn immers verplicht om zich in te spannen voor het scholen en detacheren van de werknemers die ze tijdelijk minder inzetten.
Antwoord
Er is zo veel vaart gezet achter de introductie van de centra omdat het antwoord op de crisis volgens minister Donner juist gevonden moet worden in arbeidsmobiliteit, begeleiding van-werk-naar-werk, scholing en omscholing. Tot nu toe blijken mobiliteitscentra inderdaad een gunstige invloed te hebben op de werkloosheidsduur. Er is onder meer een centrum in Emmen, Assen, Rotterdam, Enschede, Nijmegen, Beverwijk, Eindhoven, Den Bosch, Heerlen en Sittard