Staatssecretaris Weekers kondigt generieke stijging forfaitaire ruimte werkkostenregeling aan

Staatssecretaris Weekers van Financiën heeft de Tweede Kamer de resultaten van de tussenevaluatie van de werkkostenregeling gestuurd. Weekers zegt te verwachten dat er een generieke verruiming van de forfaitaire ruimte komt. Deze forfaitaire ruimte zal bij de invoering van de Wet uniformering loonbegrip met 0,1%-punt stijgen naar 1,5%.

‘Voor het Belastingplan 2013 heb ik nu reeds financiële ruimte ingeboekt voor een aanvullende stijging met 0,1%-punt. Dat betekent dat bij de thans voorziene invoering van de Wet uniformering loonbegrip in 2013, de forfaitaire ruimte stijgt van 1,4% naar 1,6% van de loonsom,’ aldus Weekers.

De staatssecretaris bespreekt in de Kamerbrief een aantal knelpunten inzake de werkkostenregeling (WKR). Zo bestaat er behoefte aan verduidelijking van het loonbegrip. Verder is een veel gehoord verzoek de versoepeling van de WKR bij loon in natura en eigen bijdrage werknemers. Ook kondigt Weekers een intensivering van de voorlichting door de Belastingdienst aan.

bron: Ministerie van Financiën

Meeste werkenden kiezen voor behoud huidige baan

Dat blijkt uit de nieuwste Randstad Werkmonitor onder 810 werkenden.
Eén op de vijf werknemers kijkt op dit moment om zich heen. Hoewel velen toe zijn aan verandering en ook wel kansen zien om van baan te veranderen, blijven de meeste werknemers liever even op hun plaats. Werkend Nederland lijkt daarmee te hopen op het moment dat de dip minder dreigend wordt.


Mobiliteitsindex
De belangrijkste uitkomst van de Werkmonitor is de stevige daling van de Mobiliteitsindex, een belangrijke indicator voor het verwachte switchgedrag in de komende tijd. Deze index daalde vanaf een niveau van 96 in maart naar 90 in september. Joost Ruempol van Randstad: ‘Toen de economie vorig jaar aantrok, steeg ook de mobiliteitsindex. We zagen een stijging tussen februari 2010 en maart dit jaar. Het herstel van de economie zagen we terug in deze index. Nu volgt hij de economie weer omlaag. Overigens is het veldwerk voor dit onderzoek in augustus verricht, dus met de huidige ontwikkelingen zal de mobiliteit vast weer lager uitkomen.’

Paradox
Het onderzoek brengt een interessante tegenstelling aan het licht tussen de interesse om te switchen en een daadwerkelijke overstap naar een andere baan of zelfs geheel ander werk. Werknemers staan meer dan een half jaar geleden open voor een nieuwe baan. En ook zeggen ze vertrouwen te hebben in de arbeidsmarkt (65 procent nu, 61 procent bij een vorige meting). Verder zijn werkenden minder enthousiast over hun huidige werkgever (25 procent nu, 30 procent bij de vorige meting).
Maar hoewel al deze seinen op ‘groen’ staan, lijkt het veel werknemers veiliger om nog even te wachten met een daadwerkelijke switch. Slechts 17 procent van de werknemers acht het waarschijnlijk dat zij binnen nu en zes maanden bij een andere werkgever in een vergelijkbare functie gaan werken. Dat is een fikse terugloop ten opzichte van 22 procent bij een vorige meting.

Verklaring
Volgens Joost Ruempol wordt de ‘blijf zitten waar je zit’-stemming veroorzaakt door voorzichtigheid: ‘De cijfers keren ten goede, maar werknemers hebben natuurlijk wel wat geleerd van de afgelopen drie jaar. Ze hebben gezien dat het toch heel snel kan veranderen allemaal. Ze houden liever de poot nog even stijf dan dat ze overhaast een volgende stap in hun loopbaan zetten. Om nu te zeggen: “Ik zie een kans en ik grijp hem”, is voor veel werknemers blijkbaar een stap te ver.’

Liever een man als leidinggevende
Uit het onderzoek komt nog een ander opvallend resultaat naar voren. Opvallend veel werknemers (40 procent) hebben namelijk een uitgesproken voorkeur voor een man als leidinggevende. Opvallend genoeg zijn zowel mannen als vrouwen deze mening toegedaan. Niet iedereen lijkt het een goed idee om meer vrouwen in het hoger management op te nemen: slechts een minderheid (42 procent) van de werknemers vindt dat dit de prestaties van de organisatie ten goede komt.
Volgens Ruempol is het wel relatief allemaal: ‘Ik denk dat veel werknemers blij zijn dat ze nu überhaupt een baan hebben en dat ze zich hier niet erg druk om maken. Pas wanneer er weer wat te kiezen valt, kunnen mensen hier persoonlijke acties aan verbinden.’

Bron: P&Oactueel.

Accepteer homo's op de werkvloer

Een derde van de lesbiennes, homo’s, bi’s en transgenders (LHBT’s) komt op het werk niet uit de kast. Daarom is het thema van de nationale Coming Out Dag dit jaar: ‘Uit de kast werkt beter!’.

Uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) blijkt dat een derde van de LHBT’s op het werk niet uit de kast is. Bovendien krijgen 14 Procent van de lesbische, 28 procent van de homoseksuele en 75 procent van de transgender-werknemers te maken met negatieve reacties wegens hun seksuele gerichtheid of genderidentiteit.
Volgens Vera Bergkamp, voorzitter van COC Nederland, komt daar ook het thema van de nationale Coming Out Dag vandaan. ‘Veel werknemers blijken het gewoon niet te durven om uit de kast te komen. Niet zo gek als je bedenkt dat ze in vorige functies regelmatig te maken hebben gehad met negatieve reacties. Dat doet toch wat met mensen. Door het niet uit de kast komen, leiden ze vaak een dubbelleven. ’s Avonds en in de weekenden zijn ze iemand anders dan op het werk. Dat is heel vervelend.’

Belang voor werkgevers
Ook voor werkgevers is het van belang dat werknemers uit de kast komen: ‘Je functioneert gewoon beter op je werk als je lekker in je vel zit. Als je niet helemaal jezelf kunt zijn, gaat er energie naar de verkeerde dingen. Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat mensen die uit de kast komen, beter presteren op hun werk dan mensen die dat niet doen.’

Plagen of pesten
Een sporadisch grapje is helemaal niet erg, zegt Bergkamp. ‘Maar wanneer aan lesbische vrouwen iedere keer opnieuw gevraagd wordt wie het mannetje is, of iedere keer gezegd wordt dat je niet moet bukken voor het bureau van Jan, dan ontstaat er langzaamaan een heel vervelende sfeer.’
De algemene tendens gaat ook de verkeerde kant op. ‘De subjectieve beleving van veiligheid daalt: mensen voelen zich dus minder veilig dan een paar jaar geleden. Aan de andere kant neemt de sociale acceptatie wel toe. Dat staat dus haaks op elkaar.’

Tips voor werkgevers
Bergkamp heeft vier tips voor werkgevers om een veilige werkplek te creëren voor LHBT’s:

1. Veel werkgevers zeggen: “Bij ons komt het niet voor dat mensen niet uit de kast
durven komen”. Ik raad die werkgevers aan om er eens een vraag over op te nemen in
het medewerkertevredenheidsonderzoek. Dan pas kun je echt objectiveren of er een
probleem is.

2. Als je weet dat er klachten zijn, neem die dan serieus. Besteed er voldoende
aandacht aan, steek je kop niet in het zand. En stel een vertrouwenspersoon aan.

3. Faciliteer roze netwerken. Werknemers hebben daar echt iets aan.

4. Wees je bewust van je eigen opstelling. Vraag tijdens sollicitatiegesprekken eens
naar de partner, in plaats van naar iemands ‘man’ of ‘vrouw’.


Bron: P&Oactueel.

Directeuren en commissarissen willen soepeler ontslagrecht

Nederlandse directeuren en commissarissen zijn het niet eens met het huidige ontslagrecht.

Dit blijkt uit een onderzoek onder 240 leden van de Nederlandse vereniging van Commissarissen en Directeuren (NCD).

Volgens NCD-voorzitter Susanne Stolte is het een duidelijk signaal van de leden dat het huidige ontslagrecht een andere vorm moet krijgen. ‘Voor geen van beide partijen is het huidige ontslagrecht gunstig. Voor de werkgever is het kostbaar, tijdrovend en onduidelijk (ten aanzien van de kosten). Voor de werknemer betekent het een periode van onzekerheid en verlamming, terwijl hij al weet wat er gaat gebeuren.’

Versoepeling van ontslagrecht
Deze huidige regeling sluit niet meer aan bij de tijdsgeest en moet efficiënter vormgegeven worden, zegt Stolte. ‘Dat kan door werkgevers de mogelijkheid te bieden om op elk moment een arbeidsovereenkomst te kunnen beëindigen, zonder bemoeienis van een overheidsinstantie. De rechter kan dan achteraf toetsen of de werkgever een ontslagvergoeding uit moet betalen aan de werknemer. Op deze manier wordt de arbeidsmarkt flexibeler en wordt het voor werkgevers aantrekkelijker om personeel aan te nemen.’

Bescherming werknemer
Daarbij gaat het er vooral om het proces te versnellen en te vereenvoudigen: ‘De bescherming van werknemers blijft overeind staan. Als een werkgever onrechtmatig handelt, kan de rechter alsnog ingrijpen. Bovendien zie ik nog steeds een standaard-ontslagvergoeding voor me (zoals de huidige kantonrechterformule). Waar we vanaf moeten is het hele vergunningentraject via UVW en/of kantonrechter alvorens tot ontslag over te kunnen gaan.’

Tijdsgeest
Volgens Stolte gaat het huidige ontslagrecht in tegen de tijdsgeest: ‘We zien de laatste decennia een verschuiving van collectieve verantwoordelijkheid (kerk, politiek) naar individuele verantwoordelijkheid. Als dat zo is in een samenleving, is het raar dat je afhankelijk bent van allerlei instanties om zoiets te regelen. Daarnaast zie je dat de hele arbeidsmarkt flexibeler wordt. Ik ben een optimist, ik weet zeker dat deze versoepeling de komende tien jaar geregeld wordt. Ik hoop alleen eerder.’

Minder regels
Het doel van het onderzoek was om te horen wat directeuren en commissarissen belangrijk vinden voor de bevordering van ondernemerschap in Nederland en hoe zij de huidige acties van het kabinet beoordelen. Wat het meest opvalt, is dat ruim 65% van de leden aangeeft dat de regeldruk het afgelopen jaar niet verminderd is. Bovendien is 67% van mening dat het aanvragen van een vergunning te veel tijd in beslag neemt. Het ondernemersbeleid van het kabinet is over het algemeen beoordeeld met een magere zes als rapportcijfer.

bron: P&Oactueel.