Bij bedrijven is een toenemende belangstelling om stimuleringsbeleid te ontwikkelen om grote verlofstuwmeren af te bouwen. De opgebouwde dagen inzetten als nieuwe bron voor de cafetariaregeling, is een mogelijk middel. Dat signaleert werkgeversorganisatie AWVN.
De vraag is of de Belastinginspecteur akkoord zal gaan met het inzetten van verlofdagen uit voorafgaande jaren als bronelement. Er zijn nog steeds enkele inspecteurs die dit blokkeren omdat zij vinden dat de oude verlofdagen fiscaal al genoten zijn.
Feitelijk genietingsmoment
Het feitelijke genietingsmoment is in die optiek het moment waarop de werknemer kiest om de vakantiedag niet te gebruiken als verlofdag, maar om in te zetten voor de aanschaf van een fiets, vakbondscontributie of een fitnessabonnement. Daarmee wordt, aldus de onnavolgbare mening van deze inspecteurs, niet voldaan aan de voorwaarde dat de wijziging van de arbeidsvoorwaarde een toekomstgerichte wijziging betreft. In de visie van deze inspecteurs, is het loon immers al genoten en kan er van toekomstgerichtheid geen sprake zijn.
Genietingsmoment = ruilmoment
Volgens AWVN - en deze mening is desgevraagd bevestigd door het ministerie van Financiën - is het mogelijk om ook het reeds opgebouwde verlof in te zetten als (extra) bron in een cafetariaregeling. Deze mening wordt gesteund door opvattingen in de literatuur. AWVN is van mening dat het recht op verlof (de loondoorbetaling op de vrije dag) of het loon uit verkoop van de verlofdag pas wordt genoten op het moment van de daadwerkelijke ruil. Het is volgens AWVN daarom mogelijk om vóór het ruilmoment hierover afspraken te maken met de werknemer.
Bron: AWVN, door Jan de Graaf