Loonkosten in 10 jaar 33% gestegen



Werkgevers hebben de loonkosten behoorlijk zien stijgen de afgelopen 10 jaar. Dat blijkt cijfers van het CBS, dat nu heel precies de pure loonkosten zegt te kunnen berekenen.

Werkgevers waren in de periode 2001-2011 meer kwijt aan premies voor onder meer pensioen, arbeidsongeschiktheid en zorgverzekeringen voor hun personeel. Werkgevers kregen ook vaker te maken met relatief duurdere werknemers, zoals hoger opgeleiden en ouderen.
In 2011 bedroegen de gemiddelde loonkosten per gewerkt uur 30,40 euro. Dat is een toename van 33 procent ten opzichte van de loonkosten in 2001.

Nieuwe loonkostenstatistiek
Dat staat in het maandag gepubliceerde rapport 'Een nieuwe loonkostenstatistiek: de prijs van arbeid' van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Het CBS zegt een nieuwe loonkostenstatistiek te hebben ontwikkeld, waarmee de totale stijging van de loonkosten per gewerkt uur gesplitst kan worden in een prijscomponent en een structuureffect. De prijsontwikkeling kan zo zeer nauwkeurig gemeten worden. De methode is volgens het CBS 'uniek in de wereld'.
De totale groei van de loonkosten tussen 2001 en 2011 met 33% is volgens de nieuwe berekening opgebouwd uit een stijging van de prijs van arbeid van 26 procent en een structuureffect van 6%, door veranderingen in de samenstelling van de populatie.

De stijging van 26% van de loonkosten is dus de pure stijging van de prijs van arbeid. In dezelfde periode (2001-2011) bedroeg de stijging van de consumentenprijzen 20 procent.

De stijging van de loonkosten per gewerkt uur was het grootst in de financiële dienstverlening (50 procent) De stijging in de horeca bleef beperkt tot 20 procent.

Bronnen: ANP, CBS, Redactie P&OActueel, Salarismail