Werknemer zelf verantwoordelijk voor inzetbaarheid


Vrijwel alle werkgevers (95 procent) voorzien problemen rond de inzetbaarheid van het eigen personeel in de toekomst. Het merendeel acht de werknemer uiteindelijk zelf verantwoordelijk voor duurzame inzetbaarheid. Dat blijkt uit onderzoek door AWVN en BNR Nieuwsradio.
Dat steeds meer organisaties het thema duurzame inzetbaarheid hoog op de agenda hebben staan, ziet AWVN onder andere aan het stijgend aantal studieafspraken over het onderwerp in cao’s. Het  onderzoeksrapport ' (Hoe) houden organisaties zich bezig met duurzame inzetbaarheid?’  bevestigt dat.

Meer dan een kwart van de werkgevers (26 procent) heeft beleid voor duurzame inzetbaarheid. Ook is ruim een kwart (27 procent) bezig met het invoeren van beleid. Slechts 11 procent van de respondenten doet nog niets aan duurzame inzetbaarheid. Met de stelling ‘De werknemer is zelf verantwoordelijk voor zijn inzetbaarheid’ is 83 procent van de werkgevers het eens.

Problemen

Bazen schatten dat vooral de verminderde flexibiliteit en de arbeidsproductiviteit van het personeel problemen gaan geven. Daarna worden roosterproblemen en een tekort aan personeel genoemd. Een hoge uitstroom van de jongeren in de organisatie wordt slechts door 14 procent van de deelnemers aan het onderzoek verwacht. Aan het onderzoek namen 73 ondernemingen en 3 brancheorganisaties deel.

Bron: AWVN | Beeld: Stock.Xchnge

Steeds meer financiële problemen bij personeel


Steeds meer bedrijven raken betrokken bij de financiële problemen van hun personeel, met vergaande financiële gevolgen voor het bedrijf zelf. Dit blijkt uit een peiling die het Nibud heeft gehouden in samenwerking met Divosa (koepelorganisatie van directeuren van sociale diensten in Nederland).
In totaal hebben 547 Personeel & Organisatieprofessionals aan de peiling deelgenomen.

Aanleiding

De aanwijzingen dat een werknemer financiële problemen heeft zijn divers. Zich regelmatig ziek melden, concentratieproblemen en zelfs fraude of diefstal kunnen hier tekenen voor zijn. Loonbeslag is het meest genoemde teken van financiële problemen.

79 procent van de bedrijven heeft werknemers met financiële problemen. 75 procent heeft te maken met loonbeslagen, die ieder minimaal een uur verwerkingstijd kosten. Verlies aan productiviteit van de werknemer wordt op minimaal 20 procent geschat. Daarnaast zien werkgevers veel ziekteverzuim en verzoeken om voorschot op het loon.

bron: HR Praktijk

Bedrijven willen meer investeren in toegevoegde waarde medewerker


Bedrijven willen meer investeren in toegevoegde waarde medewerker
Organisaties in Nederland zoeken op dit moment naar mogelijkheden om op personele kosten te besparen en tegelijkertijd meer te investeren in de toegevoegde waarde van individuele medewerkers. Deze trend hangt samen met de toenemende verzakelijking van HRM in Nederland. Daarbij worden ‘kosten en baten’ van HR steeds meer meetbaar gemaakt en in lijn gebracht met de organisatiestrategie.
Dat blijkt uit het nieuwste HR Benchmark onderzoek , uitgevoerd door Raet. Aan het onderzoek deden 486 HR- en Finance-verantwoordelijken mee.

Prioriteitenlijst HR

Uit het onderzoek komt naar voren dat het besparen van kosten in deze tijden van crisis voorrang heeft. Voor 28 procent van de HR-verantwoordelijken is dit zelfs de hoogste prioriteit. Opleiding & ontwikkeling van medewerkers staat ook voor 28 procent van de ondervraagden bovenaan de prioriteitenlijst. In de top-5 staan verder strategische personeelsplanning (27 procent), duurzame inzetbaarheid (24 procent) en flexibilisering van het personeelsbestand (20 procent).

Waardevolle medewerkers

Het is voor HR-verantwoordelijken belangrijk om te weten welke medewerkers in de organisatie behoren tot de ‘mission criticals’: wie voegt de meeste waarde toe aan de organisatie? Het zijn deze medewerkers die absoluut voor de organisatie moeten worden behouden als er wordt gesneden in het personeelsbestand. De focus op het behoud van de juiste mensen, of het aantrekken daarvan, zorgt ervoor dat een organisatie beter kan presteren en concurreren. In dat opzicht groeit de HR-afdeling uit tot een afdeling die de juiste informatie levert om de organisatie aan te sturen.

bron: HR Praktijk

Werkkostenregeling belangrijkste HR-thema voor 2013


Ruim tweederde moet nog overstappen op de werkkostenregeling. Van degenen die wel overgestapt zijn heeft slechts 24 procent de arbeidsvoorwaarden aangepast. Dat blijkt uit het jaarlijkse onderzoek ‘HR Trends 2012-2013’.
Het onderzoek is uitgevoerd door salaris- en HR- dienstverlener ADP Nederland, adviesbureau Berenschot en Performa Uitgeverij onder 1.100 Nederlandse HR-Professionals.

DE WKR werd in het onderzoek als belangrijkst thema voor 2013 benoemd. De deadline voor het invoeren van de werkkostenregeling komt dan ook snel dichterbij (1 januari 2014). Ook het nieuwe Regeerakkoord heeft hier geen einde aan gemaakt.

Slechts 16 procent van de respondenten is overgestapt op de nieuwe werkkostenregeling: 84 procent moet dus nog in 2013.
Van de groep die de overstap al maakte was in de meeste gevallen (49 procent) de financiële afdeling verantwoordelijk. 9 procent geeft aan dat het een gezamenlijke verantwoordelijkheid is van de afdelingen HR en financiën. De salarisadministratie en de HR-afdeling zijn elk met 21 procent verantwoordelijk voor de overstap naar de werkkostenregeling. Kennelijk wordt de invoering van de WKR vooral gezien als een financiële zaak en minder als arbeidsvoorwaardelijke aanpassing.

Verhouding tot arbeidsvoorwaarden

Slechts 24 procent van de respondenten die de werkkostenregeling invoerden, hebben ook de arbeidsvoorwaarden aangepast.
34 procent van de respondenten die nog moeten overstappen geeft aan dat HR in de lead zal zijn bij de invoering van de WKR, 31 procent de financiële afdeling en 18 procent de salarisadministratie. De respondenten die ‘anders’ hebben ingevuld (17 procent) geven voornamelijk aan dat het een samenwerking is tussen HR en financiën.

Opvallend is dat HR in belangrijkere mate verantwoordelijk is voor die organisaties die de WKR nog moeten invoeren dan bij de organisaties die de overstap al hebben gemaakt (21 procent). Waarschijnlijk hangt dat samen met het feit dat vooral het financiële motief genoemd werd door de organisaties die al overgestapt zijn. 


bron: HR Praktijk