Organisaties met veel flexkrachten snijden zichzelf in de vingers door minder aandacht en geld te besteden aan HR-beleid en opleidingen. Hierdoor kunnen kwaliteit en continuïteit in het geding komen.
Dat concludeert organisatieadviesbureau Berenschot uit het tweejaarlijkse onderzoek ‘Ken- en stuurgetallen personeelsmanagement’.
Wanneer de balans tussen de tijdelijke- en de vaste contracten verder doorslaat in de richting van de flexibele schil, is er minder ruimte voor personeelsbeleid en opleidingen. Dit uit zich bijvoorbeeld in een veranderende samenstelling van de HR-afdelingen. Uit het onderzoek komt naar voren dat er minder beleidsmedewerkers werkzaam zijn, naarmate het aantal tijdelijke contracten stijgt; tegelijkertijd neemt het aantal administratieve krachten toe. Volgens de onderzoekers staan P&O’ers enigszins buiten spel als het gaat om de flexibele schil, waardoor een substantieel deel van het personeelsbestand aan de directe invloed van de personeelsafdeling wordt onttrokken.
De bezuinigingen op het opleidingsbudget bieden volgens Berenschot alleen voordeel op de korte termijn. Uiteindelijk heeft dit niet alleen gevolgen voor de organisatie – die op termijn de kwaliteit van haar werknemers ziet dalen – maar ook voor de maatschappij. Berenschot stelt dat het maatschappelijk gezien van belang is om de gehele beroepsbevolking op een afdoende opleidingsniveau te brengen of te houden. Door niet te investeren in een deel hiervan ontstaat een tweedeling.
“Beperking van opleidingsmogelijkheden voor medewerkers met een tijdelijk contract is een gemiste kans. Juist opleiding en ontwikkeling creëert betrokkenheid en waarborgt kwaliteit en continuïteit van diensten. En dat vormt de grootste uitdaging voor organisaties ten aanzien van de flexibele schil”, zegt Hans van der Spek, adviseur bij Berenschot.
bron: PW De Gids