Personeelsmanagement
was nog nooit zo moeilijk. De turbulente economie, een steeds flexibeler
arbeidsmarkt, robotisering; er gebeurt nogal wat. Twintig directeuren
personeelszaken bespraken in
december de toekomst van hun vak.
Hoe
ziet Human Resource Management (HRM) eruit in 2030? De opleiding
HRM van de
Hogeschool Rotterdam nodigde twintig HR-professionals uit – zeven HR-managers
van grote bedrijven, docenten van HRM-opleidingen
en de voorzitster van
beroepsvereniging NVP – om te horen hoe zij
aankijken tegen de toekomst van hun
vak.
Diederik
Brand, head of HR van de Europese tak van Samsung, ziet een
heel andere
toekomstige arbeidsmarkt opdoemen: “Het kan heel snel gaan.
Kijk maar naar
Nokia. Dat groeide heel hard, en het verdween ook weer
net zo hard. We moeten
ons gaan afvragen hoe we personeelsbeleid
afstemmen op zulke kortstondigheid.”
Mensen
met een baan voor het leven, die verdwijnen.
Brand: “Medewerkers pamperen zodat
je ze na vijftig jaar een gouden
horloges kunt geven, dat zal veel minder
voorkomen. Wat wij nu uitvinden, bestaat over twee jaar al niet meer. Misschien
hebben we dan weer heel
andere mensen nodig.”
Zullen
Nederlanders nog het werk doen?
Alje
Kuiper is directeur innovatie bij een organisatie met heel veel
werknemers:
uitzendketen Randstad. Ook hij ziet veel beweging in de arbeidsmarkt: “Polen,
veel mensen in het buitenland, 30 procent zzp’ers…
En over vijf jaar bestaat de
helft van huidige banen misschien helemaal niet meer. Postbodes en datatypistes
heb je niet meer in 2030.”
Diederik
Brand ziet nog een ander probleem in onze arbeidsmarkt: in
vergelijking met hun
Aziatische collega’s zijn Europeanen verwend en lui.
“In Europa en Nederland
willen mensen nog maar 24 uur per week werken.
De rest van de tijd willen ze
andere dingen doen.” Volgens Brand willen buitenlandse werknemers wél een baan
van veertig uur per week – waar ze
dan ook nog zestig uur voor willen werken.
Opleiden
Als de
arbeidsmarkt zo vluchtig is, moet je als bedrijf dan nog wel
investeren in het
opleiden van werknemers? Dat is een lastige, blijkt uit de reactie van de
captains. Rene Kamp, eigenaar van de Claresco Groep met ongeveer zeventig
medewerkers, wil geen mensen opleiden alleen om ze
weer te zien vertrekken: “Ik
investeer wel, maar voor een beperkt aantal
jaren. Ik maak er een schuldkwestie
van – als ze eerder weggaan, dan
moeten ze er wel wat van terugbetalen. Maar
dat houdt ze niet tegen,
zodat je steeds weer opnieuw moet beginnen.”
“Wij
willen niet meer eerst iemand tien jaar opleiden,” zegt AnneHarm
Barkema. Hij
is chief human resource officer van CEVA Logistics, een
bedrijf met wereldwijd
ongeveer 45.000 werknemers. “We moeten weten
waar iemand zit en die koop je
gewoon. Locatie speelt veel minder een rol.”
Barkema meent dat ‘big data’
daarbij gaat helpen. Welke mensen waar goed
in zijn, en waar zij zitten, zal de
HR-medewerker bij moeten gaan houden
met HR-informatietechnologie. “Met twintig
man personeel kun je dat nog overzien, met duizend niet meer.”
Business-adviseur
De functie
van personeelszaken zal zelfs verdwijnen, meent Alje Kuiper van Randstad.
“Finance, IT, HR, marketing, dat gaat allemaal meer door elkaar
heen lopen. Je
moet dus ook overal verstand van hebben. HR is een specialisatie uit het
verleden.”
De
HR-medewerker van de toekomst wordt een all-round business manager:
een beetje
van mensen houden, maar dat combineren met kennis van over
data, beloning en
talentontwikkeling. Die verandering naar een ander type
HRM is ook te
zien op de opleiding in Rotterdam. Voorheen heette HRM
nog P&A, Personeel
en Arbeid. De huidige opleiding wil niet alleen personeelsfunctionarissen
afleveren, maar ook heuse HR-adviseurs.
AnneHarm
Barkema is echter helemaal niet tevreden over de kennis en vaardigheden van
afgestudeerde HRM’ers: “Het frustreert ons geweldig dat mensen van het HBO nog
nooit van human resources information systems hebben gehoord. Als je tegen zo
iemand zegt ‘neem even vijftien blue collar-mensen aan’, dan vallen ze uit
elkaar. Als je dat niet kunt, wat heb je dán geleerd?”
Diederik
Brand is het daarmee eens: “Als je je rijbewijs hebt gehaald, kun je
nog geen
auto rijden. De opleiding moet gewoon zorgen dat mensen goed
aan de start
verschijnen.”
Marion
Seiffers, Human Resource Development-adviseur van de
Hogeschool Rotterdam,
merkt fijntjes op dat de bedrijven daar zelf ook iets
mee te maken hebben: “De
praktijkcomponent in onze opleidingen is heel
groot. Zijn de stages die
bedrijven verzorgen dan van zo’n slechte kwaliteit
dat studenten er niks
leren?”
De
HR-directeuren verwachten aan de ene kant een toenemende
verzakelijking maar
aan de andere kant ook dat er meer aandacht nodig
zal zijn voor bezieling, voor
de werknemer als mens. Bij scheepsbouwer
IHC Merwede zijn ze nog lang niet zo
ver dat de HRM’er een business
manager is die zich met strategie bezighoudt,
vertelt Pim Huizing: “Bij ons wordt de beste lasser manager.” En als iemand een
moeilijk gesprek krijgt,
dan houden Huizing en zijn mensen nog hun hand vast:
“Ik ben wel van het goeie gesprek. Mijn collega’s verzakelijken snel. Ik vraag
werknemers nog
hoe ze het gedaan hebben met korfbal.”
Robots
of Aziaten?
Het
blijft lastig om de toekomst te voorspellen, stellen de captains of HR
vast.
Misschien wordt het werk in de toekomst wel grotendeels gedaan
door robots. Of
toch de Polen of Aziaten? Of hebben we er zelf ook nog
iets mee te maken?
Diederik Brand van Samsung: “Als 3D-printing zich
verder ontwikkelt, dan kunnen
mensen thuis dingen maken. Dat zet een
aantal klassieke industrieën op zijn
kop.” Voor een scheepsbouwer gaat
er in ieder geval veel veranderen, weet Pim
Huizing: “Voor lassers zal de werkgelegenheid afnemen. Een schip dat je nu met
honderd man bouwt,
maak je dan misschien met vijftig robots. Maar ja, iemand
zal die robots
moeten programmeren en onderhouden.”
Rene
Kamp verwacht veel van technologische ontwikkeling: “Ik heb een
klant die
machines maakt. Die zijn dermate ingewikkeld, dat het las
hoe hij de machine moet
bedienen. Zo los je schaarste op en kun je je afhankelijkheid van
specialistisch personeel weg-automatiseren.”
AnneHarm
Barkema: “2030 is nog een generatie van ons weg. Best kans
dat we tegen die
tijd zeggen ‘de technologie hebben we geregeld, nu
hebben we geld over voor
menselijke warmte’. Misschien betalen we dan
wel tien euro voor een kop koffie
bij de Starbucks, gewoon om eindelijk
weer eens iemand te spreken. Het zou
allemaal zó kunnen omdraaien.”
bron:
z24